De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2009 - drievuldigheidszondag © H.Brouwers, Voerendaal

HET ONGEOPEND GESCHENK
 

COMMUNIECADEAUTJES
De communicantjes hadden het evangelie verteld over de arme weduwe die haar laatste centje in de offerblok wierp. Kort daarvoor had een zelfingenomen farizeeër rinkelend een handvol munten erin gestort. Misschien was het wel dezelfde farizeeër over wie even tevoren een schandaal staat verteld. Hij had een weduwe met haar gezin op straat gezet omdat ze de huur niet meer kon betalen. Eén cent kan meer betekenen dan honderd euro, merkt Jezus op. De kinderen hadden het evangelie geïllustreerd met een verhaal over feestgangers met heel grote cadeaus, terwijl eentje de show stal met een rups in een lucifersdoosje! De grote gaven in het leven zijn kostbaar maar niet duur.

CADEAUTJE VOOR EEUWIG
In de preek bood ik de kinderen namens de parochie een attentie aan. Ik vertelde dat ik hun het mooiste cadeau van de dag zou geven! Als ze het verhaal van Jezus goed begrepen hadden, dan konden ze al vermoeden dat het tegelijk het meest waardeloze cadeau zou zijn. ‘Maar’, zo besloot ik, ‘jullie moeten me beloven dat je het pakje nooit openmaakt.’ Ik liet het zien, een klein doosjes, keurig in zilver verpakt, met een gekleurd lintje er omheen. ‘Als je het nooit openmaakt dan blijft het voor altijd een cadeau met het geheim van het leven erin. Als je het uitpakt is het maar een dingetje. Ongeopend blijft het altijd een mysterieus geschenk. De kinderen vonden het spannend maar na afloop kwamen de vragen. Wanneer ze het dan open mochten maken? ‘Op je sterfbed’, riep ik streng. Daar kwam een jongetje op terug. ‘Als ik nou eens in de Maas rij, dan heb ik het nooit gezien.’ Daar zat wat in. ‘Houd het vandaag in elk geval maar dicht’, besloot ik. Diezelfde middag kwamen de meeste er wel achter. (Oren dicht, Luc!) Er zat een schelpje in dat ik die week van het strand van Domburg had meegebracht en een klein gedichtje, over het leven, de zee en de bergen, die geschenken zijn van God.

EEN GESCHENK OF EEN DINGETJE!
Eén ding werd heel duidelijk. Het ingepakte cadeautje roept verwachting en verlangen op. Het kan nog van alles zijn. Daarom is het oneindig veel. Het uitgepakte cadeautje is een ding. Het kan je blij maken of teleurstellen, maar na enkele dagen ligt het bij de andere spullen. Het geheim is een diepere uitdrukking van het leven dan de onthulling.

VOORSCHOT OP HET EINDE
De joden hadden zo hun voorstellingen van het einde van de tijd. God zou vanaf de berg zijn oordeel vellen. Mattheus vertelt hoe de leerlingen nu al een voorproefje krijgen van die voleinding. Ze gaan naar een berg, een niet nader en niet eerder genoemde berg. Daar krijgen ze de opdracht om de hele wereld te dopen ‘in de naam van de vader, de zoon en de heilige geest.’ Met die woorden werden in de gemeente van Matteüs kennelijk de nieuwe leden opgenomen. Het dogma van de drie-eenheid is er nog niet, maar God wordt wel al omschreven als een mysterie, als drie: de God van de Joden, die hen uit slavernij had bevrijd en die hemel en aarde geschapen heeft. Daar hoort in een adem Jezus van Nazareth bij, want zijn woord was een goddelijk woord, zijn liefde was Gods liefde. En de heilige geest, de kracht die de leerlingen bezielde, het elan dat door de herinnering aan Jezus was gewekt. Mattheus zegt het eenvoudig en ongedwongen. Hij laat er nog geen filosofie en wiskunde op los. Dat gebeurt pas in de eeuwen daarna.

GEHEIM BEWAREN
De problemen zijn dan groot. Men realiseert zich dat als Jezus God is, God wel erg beperkt is in tijd en ruimte. Men gaat nadenken, filosofische modellen toepassen en Griekse en Romeinse categorieën er op loslaten. Men probeert het cadeautje open te maken, maar dat lukt niet. Zelfs als we ons hele leven zouden begrijpen, dan zouden we nog niet begrepen hebben dat we het nu zaten te begrijpen. Je kunt beschrijven dat er een zilveren papiertje omheen zit en een rood lintje met krullen, maar begrijpen kun je het niet. We krijgen het leven cadeau, onverdiend en ongevraagd. Daarin openbaart zich een Schenker, een Schepper. We zullen Hem nooit begrijpen. Het zal altijd een geheim blijven. Laat het een geheim zijn dat ons blij maakt. Het is een cadeau. Zolang je het leven als een gave kunt ervaren, zolang zal God voor je bestaan. Dus laten we het cadeautje maar niet kapot maken, laten we het koesteren!

GOD
Lieve kinderen. Marianne mocht mee naar de kerk. Ze vond het leuk. Oma had altijd een pepermuntje bij zich. Dat kreeg zij als oma de communie haalde. Ze had ook leuke boekjes en ze mocht centjes op de schaal leggen. Marianne ging graag mee. Bij het zingen keek ze de ogen uit. Naast haar zat een andere oma. Die prevelde onder het zingen gewoon haar gebedjes door. De kale man voor haar geeuwde eens flink, en naast hem zat iemand die af en toe in slaap viel. Twee banken terug zat een moeder met een babytje. Dat sliep ook. Ze zag ook mensen die meezongen, eentje een beetje binnensmonds maar een ander keihard en net iets sneller dan de rest. Er was veel te beleven in de kerk. ‘Oma’, vroeg Marianne. ‘Woont God hier?’ Oma knikte. ‘Sssjt, ja!’ ‘Maar dat is niet God hè’, ze wees naar mij. ‘Nee, dat is de pastoor.’ Ze had het al eens eerder gevraagd. God moest toch ergens zijn. Marianne kroop tegen oma aan en fluisterde: ‘Is dàt God?’ Ze wist het bijna zeker. Ze wees naar boven (voren), naar de organist. ‘Nee’, zei oma, ‘God kun je niet zien.’ ‘Hoe weet je dan dat hij hier woont?’ ‘Je brengt me nog eens van mijn geloof af’, mompelde oma. En toen: ‘God is eigenlijk overal. Hij is in alle lieve mensen. Ook in jou.’ ‘Ook als ik thuis ben?’ ‘Ook als je thuis bent.’ ‘En op de w.c.?’ ‘Altijd’, zei oma en nu moet je stil zijn. Marianne was stil tot het einde van de preek.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag105
gister172
deze maand860
totaal825506