De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

DERDE ZONDAG IN DE 40-DAGENTIJD VAN HET B--JAAR 2009
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2009

HET SCHEPPEN VAN DE SCHEPPER

 

 

DE BEVRIJDER

God sprak: ‘Ik ben de God, die u uit Egypte heeft geleid.’ Zo wordt in het hart van de Joodse religie de Allerhoogste gedefinieerd. Je kunt God niet zien. Geen beeltenis valt met Hem samen. Elk idee over Hem zet je op het verkeerde been, maar je hebt Hem ervaren toen je je vrij vocht uit het slavenhuis. God is de kracht om op te staan!

HOLLANDS GLORIE

Ik ben in 1943 geboren. Dus in 1948 was ik vijf jaar. Ik herinner me nog de zondagmiddagen. Dan kwam er vaak bezoek van tantes en ooms, eentje was zelfs uit Krefeld. De grote mensen zaten druk en heftig te redeneren. Wij moesten ons amuseren met oude kranten, één geel Dinky-Toy vrachtagentje dat zijn voorwielen miste en wat spullen uit de keuken. Keer op keer zeiden we boos tegen onze ouders: ‘Hou nu eens op over die oorlog!’ De geëmotioneerde verwerking van de oorlogsjaren maakte ons nerveus. Zo ging het ook bij mijn grootvader in Panningen. Ze hielden maar niet op over de oorlog. ‘Schei eens uit over vroeger’, smeekten we. Vroeger! De kogelgaten zaten nog in het golfplaten dak van het Venlose perron! Deze jeugdervaringen zijn er de oorzaak van dat ik de tweede wereldoorlog wat verdrongen heb. Ik heb er weinig over gelezen en tv-programma’s daarover zette ik meestal uit. Maar onlangs kreeg ik de bijna 1000 pagina’s tellende roman: De welwillenden’ van Jonathan Littell. Het beschrijft zeer gedetailleerd het smerige kwaad in het leven van een SS-er en baseert zich op grondig historisch onderzoek. Het maakt je getuige van het beestachtig uitmoorden van onschuldigen. Je ervaart hoe mensen gingen geloven dat zij zelf tot een sterker ras hoorden en daarom het recht hadden om de zwakkeren uit te roeien. Die collectieve smetvrees, die geestelijk gehandicapten meedogenloos uitroeide en het joodse volk vernietigde leidde tot een stinkende, bloederige, Godvergeten oorlog die woedde om me heen toen ik geboren werd. Maar..., ik heb er niks van gemerkt. Het enige dat ik meekreeg waren ingekwartierde soldaten op zolder, wat kartonnen platen van de baron van Münchhausen op de kinderkamer: de eerste prijs die mijn moeder won tijdens de bevrijdingsoptocht. Van een oude kinderwagen had ze een bootje gemaakt voor haar baby’s met de tekst: ‘Hollands glorie, potverdorie.’ En natuurlijk de gesprekken van de grote mensen in de voorkamer. ‘Hou eens op over de oorlog.’ Een paar jaren later lekte ook ons dak niet meer en groeide er sla-plantjes in de tuin. Er is in de mens een geweldige kracht die hem de weg wijst naar het licht. Die uit een verdorven mentaliteit toekomst schept. ‘Ik ben de God die u uit Egypte leidt.’

TWEE KAARSJES

Een jonge vrouw vertelde fier haar verhaal. Ze had een zware jeugd gehad. Haar vader was een bruut met een drankprobleem die ofwel lag te snurken in een stoel, of scheldend door het huis liep. Toen moeder met haar kinderen gevlucht was, leidden zij een teruggetrokken armoedig bestaan waarover een sfeer van schaamte hing. Ze nam die drukkende gevoelens mee naar school. Op de speelplaats koos ze een eenzaam plekje achteraf. Haar moeder was jong gestorven. Met haar broertje was ze ingetrokken bij een tante. Nu zat ze tegenover me. Ze ging trouwen. Ze stelde me Luc voor. Ze had hem tijdens een therapie leren kennen. ‘Mijn moeder heeft het niet makkelijk gehad’, glimlachte ze, ‘maar mijn vader waarschijnlijk ook niet! Dat begrijp ik nu pas. Daarom wilde ik de huwelijksmis beginnen met het opsteken van twee kaarsjes.’ ‘Ik ben de God die u uit Egypte heeft geleid...’

DOOR DE BRIEVENBUS

‘Het is nu ruim een jaar geleden en er gaat geen dag voorbij of ik ben op het kerkhof geweest. Ik ga altijd heel vroeg want ik wil niemand tegenkomen. En de ochtend vind ik het ergste.’ De man die het vertelde had zijn vrouw verloren na een ziekte van hooguit vier weken. Je zag ze altijd samen. In de supermarkt, in de kerk of wandelend naar Terworm. Meestal liepen ze hand in hand. Ze waren voor elkaar geschapen. Nu was hij alleen. Terug van het kerkhof, kreeg hij rust. Ze zou er vandaag weer bij horen. Ze zou zien dat hij twee sneetjes bij zijn ontbijt nam en wat onkruid wiedde achter in de tuin. Ze zou hem waarschuwen het niet te laat te maken als hij ging biljarten. Het leven zou nooit meer zijn als vroeger, ‘maar dat kan ook niet’, zuchtte hij bijna tevreden. ‘Daarvoor was het te mooi.’ De bel ging. Als een jongeman veerde hij overeind. Door de brievenbus riep Kevin: ‘Opa, ben je daar!’ ‘Ik ben uw God die u uit Egypte heeft geleid.’
Het is God die we meemaken wanneer we een weg zoeken uit het donker naar het licht. We ervaren dan het scheppen van de Schepper! Daarom willen we ons in deze 40-dagentijd engageren met mensen die bevrijding zoeken, de kleine boeren in Brazilië en degenen die de wereld behoeden voor ons nageslacht.

DE FILOSOOF

Lieve kinderen. Brian zat al een tijd met zijn hand in de lucht. Toen stelde hij zijn vraag: ‘Bestaat God wel?’ Hij keek me doordringend aan. Brian zou de eerste communie doen en ik had iets verteld over Jezus. ‘Daar twijfel je aan?’, vroeg ik terug. Brian haalde zijn schouders op. ‘Je kunt God niet zien’, zei hij. Brian was een echte filosoof. ‘En bidden werkt niet!’ Sophie keek om naar Brian en hield haar hand voor de mond. ‘Dat zeg je toch niet!’ Maar je kon aan zijn gezicht zien dat Brian uit ervaring sprak. ‘En Sinterklaas bestaat ook niet.’ Madelon aan het voorste tafeltjes keek een beetje boos naar Brian. ‘Ik weet het ook niet allemaal zo precies’, vertelde ik hem. ‘God is een geheim. Maar jij hebt al veel nagedacht. En dat jij dat zo goed kunt, Brian, nadenken en twijfelen en onderzoeken, dat is het werk van God!’


  MENU


   
BEZOEK
vandaag250
gister236
deze maand5020
totaal819472