De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2009 - 29ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

GOD OF NOODLOT

 

GELOOFSCRISIS
Als ouderen over hun geloof vertellen, hoor je vaak een aangrijpende worsteling. Ze vinden dat hun vroeger veel is wijsgemaakt. Ze herinneren zich hoe ze moesten biechten en niet goed wisten wat. Hoe ze geleerd kregen dat hun seksuele gevoelens wezenlijk niet deugden en dat het eerste mensenpaar daar schuld aan had. Ze herinneren zich donderpreken waarmee predikanten de aanstormende moderne tijd probeerden tegen te houden. De meesten te goeder trouw, maar er waren er ook die hun macht misbruikten. Veel ouderen hebben het gevoel dat ze met veel angst zijn opgezadeld. Ze hebben de komst van paus Johannes XXIII als een bevrijding ervaren. Ze hebben begrepen dat God een barmhartige Vader is en zich zo verzoend met het geloof van hun vaderen.
Dan slaat het noodlot toe. Noodlot of is het God? Ze worden ziek. Of erger: een kind wordt ziek. Plotseling komt er ook twijfel aan het bestaan die barmhartige God. Ze staan voor de eeuwige vraag: hoe kan er nu zo ernstig lijden zijn als God barmhartig is?!

TSUNAMI
De vraag is klassiek. Voltaire heeft hem in het moderne Europa als een van de eersten indringend aan de orde gesteld. Dat was bij de grote aardbeving van Lissabon in 1755. Op 1 november beefde de aarde met een kracht 9 op de schaap van Richter. Een enorme tsunami en 100.000 doden binnen een uur waren het gevolg. 1/3 van de bevolking was dood. De hele stad was een puinhoop. Bijna overal in Europa was de klap voelbaar geweest. Voor veel geletterden was dit het laatste bewijs ervoor, dat niet Gods voorzienigheid maar stom toeval de wereld beheerste.

SLUIPWESP
Een ander klassiek geworden voorbeeld stamt van Darwin, dik een eeuw later. Dat God de mensen als hoogtepunt van een evolutieproces geschapen had, was voor hem geen probleem, maar hij schrok van de wreedheid in die schepping. De sluipwesp bijvoorbeeld is maar enkele millimeters klein. Zij legt haar eitjes in een levende rups Voordat deze een koolwitje kunnen worden, kruipen de larven uit het stervend dier. Waarom realiseerde de natuur zich met zoveel barbaarsheid? Zijn wij, mensen, geboren uit wreedheid? Dat beren koeien verslinden en panters zich tegoed doen aan geiten, was Jesaja al opgevallen in de achtste eeuw voor Christus en het kon Gods bedoeling niet zijn, vond hij.

ANTWOORD
De genocide op 6 miljoen Joden in de wereldoorlog veroorzaakte opnieuw een diepe crisis in het Godsgeloof. Hoe kon een goede en almachtige God werkeloos blijven toezien?
Ons christelijk geloof heeft een bijna ongelooflijk aangrijpend antwoord op dit dilemma en het verbaast me dat maar zo weinig mensen zich dit realiseren. Het is geen verklarend antwoord. Een verklaring voor het lijden bestaat niet. Er is ook geen verklaring voor het leven en waarom er een wereld bestaat. Maar het is wel een antwoord. Het luidt: God is mens geworden. Hij heeft met ons geleden. Hij stierf zelf aan het kruis.
Dit antwoord lost het raadsel niet op maar het kan ons verzoenen met de vraag.

OVERGAVE
‘Donderzonen’ werden de onstuimige broers genoemd, Jakobus en Johannes. Ze hadden ambitie. Het vooruitzicht van een koninkrijk van God sprak hen aan. Nu willen ze weten of ze straks links en rechts van Jezus mogen zitten. Ze zijn gebiologeerd door de almacht van God. Maar Jezus moet hen teleurstellen. Als Gods macht je aanspreekt, jammer dan! Solliciteer liever bij Herodes of Augustus. ‘Als je mij volgt kan lijden en dood je deel zijn!’ En dan laten de broers zich onverwacht van een andere kant zien. ‘Ja dat aanvaarden we!’, roepen ze uit. En inderdaad. Jakobus zou de eerste martelaar onder de apostelen zijn. Een kleinzoon van Herodes liet hem onthoofden. Volgens de traditie zou hij de mensen hebben aangeraden geen belasting af te dragen maar het geld aan de armen te geven. ‘Inderdaad’, zegt Jezus. ‘Jullie kunnen het. Je kunt het lijden aan... maar de voltooiing van de wereld, de rechtvaardiging ervan, die gaan ons ver te boven. Daarover doe ik geen belofte.’ Die laatste werkelijkheid kun je niet manipuleren. Daaraan kun je je slechts overgeven!

GEBROEDERS DALTON
Lieve kinderen. Je hoorde ze al twee straten verderop aankomen: de broertjes Teuven. Ze schreeuwden en riepen en stampten en floten en sloegen met stokken op de vuilcontainers. Het leek wel of het onweerde als ze voorbij kwamen. Bas was de grootste. ‘Kom hier. Geef mij die sleutel!’ Bas was ook de oudste. Hij vond dat hij de huissleutel moest hebben; dan was hij het eerst binnen en achter de computer. Maar Tom had hem afgepakt en was naar de overkant gerend. ‘Je mag niet oversteken. Dat zeg ik tegen mamma!’, riep Bas, maar hij deed het zelf ook en haalde Tom snel in. Toen hij Tom bijna te pakken had, riep Tom naar Rik. ‘Vangen Rik!’ Rik was de jongste. Twee koppen kleiner dan Bas. Hij deed graag wild met zijn grote broers maar had moeite om ze bij te houden. ‘Vangen!’, riep Tom en hij gooide de huissleutel in de richting van Rik. Maar, o jee, veel te hard en veel te hoog. De sleutel vloog over het traliehek van de tandarts. Daar stonden ze beteuterd te kijken. ‘Voor jou zwaait er wat!’, zei Bas grimmig tegen Tom. ‘Nee, voor jou! Jij had hem afgepakt.’ Terwijl de twee ruzie maakten over wie de baas was van de sleutel, kroop de kleine Rik tussen de spijlen van het hek en even later kwam hij triomfantelijk met de sleutel te voorschijn. ‘Nu was ik de baas!’, stelde hij tevreden vast. De sleutel hield hij klemvast in zijn knuist. Het gordijn van bij de tandarts ging omhoog. De assistente gluurde naar buiten en zei: ‘Dat waren de gebroeders Dalton. Wacht maar tot ze hier in de stoel zitten?!’


  MENU


   
BEZOEK
vandaag171
gister382
deze maand1308
totaal825954