De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2010 - 2de zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

LEVEN IS EEN BRUILOFTSFEEST
 

DE COURIER EN DE GULDENS
Als kind moesten we erom lachen. Als mijn vader het had over de provinciale krant dan zei hij altijd: ‘de Limburger Courier’. Voor ons bestond die niet! Ze was wegens collaboratie in 1944 opgeheven. Wij wisten niet beter of de Gazet van Limburg had altijd bestaan. Het is nu eenmaal zo dat de namen, de smaken, de klanken en waarden uit de kinderjaren de standaard worden waaraan je al het latere afmeet. Ze zijn de oerbeelden die je meeneemt om de wereld te verstaan. Zo blijf ik altijd naar de gulden terug rekenen en als ik het niet doe, beschouw ik een euro als een gulden. Ze blijf ik in klassen denken en als een kind me vertelt op groep vier te zitten, moet ik er twee van af trekken, en soms tel ik die er per ongeluk bij op. Ik merk dat de kinderen me lachend te hulp schieten, zoals wij onze vader corrigeerden met de Limburger Courier. Ervaringen uit de vroege kinderjaren zijn niet zomaar ervaringen, maar ze vormen het fundament voor het verdere leven. Ze formuleren de standaard. Dat geldt ook voor onze godsdienstigheid.

MAMMA'S SCHOOT
Onze meest fundamentele ervaring is de warme veiligheid van de moederschoot. De geborgenheid die we daar ervaren hebben - of soms ook: die we toen gemist hebben! - bepaalt de rest van ons leven. Die bepaalt hoe we ons thuis voelen in dit heelal, en welke waarde we aan onszelf toekennen.
Als we dus nadenken over ons lot, ons wezen en onze bestemming, dan vormen die allereerste levenservaring de standaard waarmee we denken. De veiligheid van onze moeder is het beeld van Gods liefde. De trots van onze vader is de tevredenheid van God; het begrip hemel wordt begrepen vanuit de totale geborgenheid van weleer.
Er zijn psychologen geweest die beweerden dat God en hemel niet bestaan. Dat ze maar projecties zijn van infantiele geborgenheid. Met zulke uitspraken gaan zij hun wetenschappelijk boekje ver te buiten. Er is iets anders aan de hand: de geborgenheid en veiligheid die we bij moeder en vader ervaren hebben, zijn het oerbeeld waarmee we denken; ze leveren taal aan onze ziel.

STRENGE VADER
In de loop der eeuwen is de manier waarop mensen over hun godservaringen gesproken hebben, aan veel veranderingen onderhevig geweest. In tijden waarin vooral vader het godsbeeld bepaalde, en in tijden waarin die vader vooral streng en afwezig was, straffend en eisend, in die tijden gingen veel mensen gebukt onder een loodzwaar idee van God. Er liggen enkele eeuwen achter ons waarin een somber vaderbeeld de mensen parten speelde. God was een wreker. Hij loerde op een zwakke, zondige mens. Hij leefde in vijandschap, zelfs met een pasgeboren baby.

WREKENDE GOD
In de kerkgeschiedenis heeft dat beeld een lange traditie. Het leven van Jezus en zijn gewelddadige dood werd al heel vroeg vergeleken met het onschuldig lam dat met Pasen geslacht werd, met het offer dat God met ons verzoent. Een prachtig, rijk beeld is het, troostend. Maar, zoals elk beeld heeft het ook beperkingen. Het suggereert bijvoorbeeld dat God zonder dat offer niet tot liefde in staat was. Zo verstaan kleineert het God.
Daarom is het goed om daarnaast te lezen dat er ook andere beelden en tradities zijn. En gelukkig zijn er tegenwoordig ook andere vaders, vaders die tijd hebben voor hun kinderen en die trots zijn.

VERLIEFDE BRUIDEGOM
Zo lazen we bij Jesaja een ontroerende tekst. De situatie is deze: Jeruzalem was geplunderd door de Babyloniërs. De elite was gedeporteerd. De muren waren gesloopt, de stad was een prooi voor roversbenden, een ruïne vol ondervoede burgers. Jesaja wil deze mensen mobiliseren en bemoedigen. Ze moeten niet bij de pakken neerzitten. Daarom zegt hij: zoals een bruidegom blij is met zijn bruid, zo intens gelukkig is God met u.
Kunt u zich dat voorstellen? Dat God blij is met u, zoals de bruidegom blij is met zijn bruid. Zonder restrictie. Hij is verliefd. Hij ziet niet de fouten maar de mogelijkheden. Hij verheugt zich op een goede toekomst samen. God is blij en trots met ons. Het leven wordt een bruiloft. Het gewoonste wordt bijzonder. De maandag wordt een feest. Bruinbrood met kaas een galadiner, je dochter een prinses, je zoon een koningskind, het bos een groene hemel en een glimlach en signaaltje uit de eeuwigheid. Water wordt wijn.

BRUIDSMEISJE
Lieve kinderen. Fleur hoefde niet naar school vandaag. Ze had vrij gekregen, zomaar op een vrijdag. Tante Anita ging trouwen in Eindhoven en Fleur mocht mee. Sterker nog, ze was bruidsmeisje. Fleur was al veel geweest in haar leven. Ze was al ezel geweest met kerstmis en de zwarte driekoning. Ze was al eens poesje geweest met karnaval, vlindertje bij het ballet en zelfs keeper bij het voetballen, maar dit was het mooiste van alles. Bruidsmeisje! Dat kwam zowat na de bruid. Ze hadden een speciaal jurkje gekocht. Roze was het met een wit kraagje en een witte ceintuur. Ze had er schoenen bij gekocht en ze mocht nagellak op. In de auto leunde ze met haar hoofd dromerig op haar arm en liet de bomen en de koeien aan zich voorbijvliegen. ‘Mamma?’ ‘Ja?’ ‘Als ik groot ben, hè, dan wordt ik geen dierenverzorgster.’ ‘Oh nee? Heb je andere plannen?’ ‘Ik word voor altijd bruidsmeisje.’ Mamma lachte. ‘Daar ben je straks te groot voor. Later kun je de bruid zijn.’ Het was even stil in de auto.
‘Dat duurt maar één dag... Ben jij al eens de bruid geweest?’
Tuurlijk gekkie, toen pappa trouwde!’ Weer was het enige tijd stil. Fleur droomde verder. Sprookjes bestonden niet. Prinsessen en prinsen op paarden waren allemaal verzonnen, maar een bruiloft kwam er het dichtste bij. ‘Was het leven maar altijd een bruiloft’, zuchtte Fleur.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag17
gister223
deze maand1377
totaal826023