De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2010 - 2de zondag van Pasen © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

NABIJHEID

 

IN DE SCHADUW

De leerlingen van Jezus zijn de schok van zijn dood te boven gekomen. Ze hielden zich vast aan zijn idealen. Ze geloofden vast in die goddelijke wereld die in aantocht is en die Jezus aangekondigd had. Er ging overtuiging van hen uit. Een genezende kracht. De mensen zijn diep onder de indruk. In de Zuilengang van Salomo, een knusse plek aan de oostkant van het tempelplein, kwamen de christenen samen en vierden daags na sabbat hun zondag. De groep groeide en werd bekend. Zieken gingen er zelfs in de buurt liggen, om - zo schrijft Lucas - de schaduw van Petrus over zich te laten vallen. Ze hoopten dat ze erdoor zouden genezen. Je ziet het tafereel zo voor je. Maar, hoe werkte dat dan? Was de nabijheid van een apostel geneeskrachtig? Geloofde men in de magie van de schaduw?

UIT DE SCHADUW

Beroemd is een verhaal dat zich in Griekenland, vier eeuwen eerder, afspeelde. Een bankierszoon was bankroet na een schandaal met valse munten. Hij reisde naar Korinthe en raakte aan de bedelstaf. Hij woonde als een hond in een ton. Maar deze Diogenes maakte van de nood een deugd. Hij vindt, als de latere Franciscus, dat geld de mens ontmenselijkt. Als Alexander de Grote de stad bezoekt, wil hij deze zonderlinge filosoof, Diogenes, zien. ‘Je mag me vragen wat je wilt en ik geef het je!’, biedt de veldheer hem aan. Diogenes kijkt niet op en zegt: ‘Als u me een plezier wilt doen, zet dan een stap opzij, want u staat me in de zon!’
Dat is het tegendeel van wat in de zuilengalerij van Salomo aan de hand was.
Is de schaduw iets slechts? De afwezigheid van de zonnewarmte? De nacht? De donkere kant van de mens? De psychiater Jung gebruikt het woord ‘schaduw’ daarvoor. Of is het de kracht van de persoon, de nabijheid, een vriend, een gezel? Er zijn sprookjes waarin het verlies van de schaduw een zwaar lot blijkt te zijn.

VRIENDJE

Misschien is het goed om eens te rade te gaan bij de kinderpsychologie. (opvoedadvies.nl, Spelen met je schaduw, Drs. Tamar de Vos van der Hoeven) Op kindertekeningen is de schaduw vaak een vlek in de buurt van de mens. Als het kind ouder is, tekent het de schaduw preciezer. Maar een opvallend aantal kinderen tekent een poppetje achter of naast de persoon, heel precies met kleren en knopen, als een soort fantasie-vriendje. In een gesprek zeggen ze dat ze wel weten dat de schaduw geen knopen aan de jas heeft, maar dat ze hem toch zien als een dubbelganger, een ander ik. Jonge kinderen kunnen zelfs boos worden omdat ze van hun schaduw niet kunnen wegrennen. Oudere kinderen spelen er vaak mee, springen in de lucht, verwringen zijn vormen, en vertrouwen hem zelfs geheimen toe. Ze kunnen elkaar plagen door op de schaduw van de ander te stampen of er tegen te schoppen.
Het wordt duidelijk. De schaduw is een vriendje. In iemands schaduw staan is eigenlijk mogen genieten van de kracht en de mildheid van die ander. Niet alleen het licht dat van de apostelen uiting, maar ook het donker was heilzaam! Hun nabijheid, hun kracht, hun schaduw geneest.

NABIJHEID

Als de zon doorbreekt moet u maar eens proberen om in elkaars schaduw te staan. Ervaar nog eens hoe het voelt om tegen elkaars schaduw te schoppen of te proberen eraan te ontsnappen. Het zou een mooie oefening zijn, in het wonder van de nabijheid.
Thomas had een inhaalslag te leveren. Hij was er niet bij geweest, toen de leerlingen Jezus’ nabijheid ervoeren. Johannes vertelt het omdat zijn lezers op Thomas lijken. Ze waren er ook niet bij. Gelukkig, degenen die geloven zonder erbij geweest te zijn. Gelukkig wij, als het voelt alsof even, in het voorbijgaan, Jezus’ schaduw over ons gevallen is!
Alexander de Grote deed een stapje opzij. Hij zou gezegd hebben: ‘Als ìk een wens mocht doen, zou ik wensen dat ik Diogenes was...!’ Thomas boog zijn hoofd, hij hoefde de handen van Jezus niet meer aan te raken. Hij gaf zich over, ‘Mijn heer en mijn God.’ Voortaan zou men zich verdringen om in zijn schaduw te staan.

LUCKY LUC

Lieve kinderen. Luc zat tegen een boom. Hij las een stripverhaal van Lucky Luck. Op de eerste bladzijde moest hij al lachen. Lucky Luck was leuk. En schieten dat-ie kon...! Nog sneller dan zijn schaduw. Luc had het ook wel eens geprobeerd. Hij had een tijdje stil gestaan voor een witte muur; was een beetje door de knieën gezakt en toen opeens, totaal onverwacht, omhoog gesprongen. Het had er inderdaad op geleken of hij net een ietsepietsie sneller was, maar zijn vriendje geloofde het niet. Luc sloeg de bladzijde om. In de treincoupé zag hij de twee kleinste Daltons zitten!
Plotseling werd het donker. Iemand kwam voorbij. Het drong eerst nog niet tot Luc door. Een derde broetje Dalton was de coupé binnen gekomen. Maar het bleef donker. Hij voelde onrust, wist ploseling dat iemand stond mee te lezen. Luc moest opkijken. Daar stond Gaby. Gaby van groep acht. ‘Hoi! Ben je aan het lezen?’ ‘Ja, daar ziet het wel naar uit hè!’, zei Luc laconiek, maar van binnen bonsde zijn hart in zijn keel. ‘Wat lees je dan?’ ‘Lucky Luck.’ ‘Dan zal ik je maar niet langere storen.’ ‘Nee hoor, je stoort niet.’ Luc voelde zich veilig in de schaduw van Gaby. ‘Lucky schiet sneller dan zijn schaduw’, zei hij om tijd te rekken. ‘Nou, mijn schaduw kan anders harder rennen!’, riep Gaby en ze huppelde weg. Snel sprong Luc op. ‘Mijn schaduw is sneller dan de jouwe!’ En daar renden de schaduwen elkaar achterna! Luc en Gaby moesten dus wel mee! En omdat de zon laag stond leek die van Luc de langste Dalton wel!

 

 

&


  MENU


   
BEZOEK
vandaag201
gister382
deze maand1338
totaal825984