De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2010 - 23ste zondag door het jaar   © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

 

 

EERST VERLIEZEN, DAN VINDEN!

 

LIEF ZIJN VOOR JE BUIK!

‘Om het echte leven te vinden moet je alles kunnen verliezen.’ Deze raadselachtige woorden staan in het hart van Jezus’ kijk op leven en geluk. ‘Je moet niet hechten aan jezelf, want dan vecht je een verloren strijd.’ ‘Je ware grootheid, je eeuwigheid, ligt ergens anders.’ Ik probeer deze woorden te begrijpen, want je hoort ze niet zo vaak!
Alle boodschappen die op mij afkomen, zeggen heel iets anders. Ze zeggen dat ik deodorant moet gebruiken omdat ik dat waard ben; en dat ik lief moet zijn voor mij buik omdat die dat verdiend heeft. Ze zeggen dat ik pensioen moet opbouwen om mezelf te kunnen verwennen. De boodschappen die ons omgeven prikkelen voortdurend het ego. Voor de èchte man, voor de èchte vrouw, voor jou, is een speciale auto ontworpen en bijzonder ondergoed. Jonge mensen krijgen een beeld voorgeschoteld van een wereld die er is voor hen, vol oppervlakkig genot, snelle computerspellen, romantiek, zuippartijen aan het strand en een studie die een hoog inkomen garandeert. Onze maatschappij is gericht op de ontwikkeling van het ego. De huizen die we naast elkaar bouwen, de caravans waarmee we elkaar passeren en de kleding die we dragen, drukken een vriendelijke en vaak fanatieke competitie uit over de grootte van ons ego. Ze dagen ons uit om nog een stap verder te gaan. Daar drijft de economie op.

 

ALLES VOOR JE EGO

De spirituele leraar Eckhard Tolle beschrijft ergens twee heren die in New York langs een wolkenkrabber lopen. De een wijst met zijn duim schuin naar achter en zegt achteloos: ‘die toren is van mij!’ Wat een geweldige ego-uitbreiding! De hoogte van de toren geeft de man een kick. Ze maakt de zin van zijn bestaan uit. Nu moet de andere man het overtroeven. Hij zegt: ‘Ik volg Franciscus. Ik heb van alle bezittingen afgezien.’ Daarmee laat hij een nog groter ego zien. Hij waant zich een heilige.
Als je er zo naar kijkt, lijkt het nogal dwaas om je geluk te zoeken in de opbouw van je ik. Maar laat me eerst iets anders daarover zeggen.
De ontwikkeling van het ego heeft hele mooie kanten. De competitie onder de mensen heeft onze welvaart omhoog gestuwd. Ze heeft pijnlijke ziektes overwonnen en bittere armoede verdreven. Het kan je een gevoel van geluk geven als je een mooi lied hebt gezongen en een zaal beloont je met applaus. Het kan voldoening geven als je na hard studeren je diploma krijgt of als je je oma een krantenartikel kunt toesturen met je naam erin. Dat is zeker niet niks.

 

JEZELF LOSLATEN

Wat ik wil zeggen is, dat het ook niet àlles is! Wie in het leven alle kaarten zet op zijn ego die is een zekere verliezer, want dat ego gaat ten onder. Dat verliest de strijd tegen de tijd. We moeten ontdekken dat er iets wezenlijkers is, iets diepers, iets dat ons verbindt met de Eeuwige. Ons wezen is niet alleen als een ego te beschrijven, maar ook als een ziel. Er brandt in ons hart ook licht van de Schepper zelf. De weg naar de Allerhoogste kunnen we in onze eigen ziel vinden; niet door te exploiteren wat ons onderscheidt van broers, buren en collega’s, maar juist door te zoeken naar wat ons verbindt met de anderen en heel de kosmos. Als we ontroerd worden door een kind dat de eerste drie noten van Vader Jakob op de blokfluit speelt of dat achter een mus probeert aan te springen..., als we geraakt worden door een jongetje dat in zijn eentje een doelpunt maakt tussen goalpalen van krijt en daarna een ererondje loopt voor denkbeeldig publiek met het shirt over zijn hoofd..., als we gespannen een eekhoorn nakijken die verdwijnt achter de stam van een boom..., als we blij geluk voelen in ons lijf bij het zien van de zon die langzaam opkomt boven de horizon..., als we een dierbare strelen in de slaap uit pure aanhankelijkheid... en als we ons niet laten leiden door de verhalen over corruptie, maar honderd euro overmaken aan Pakistan omdat wij het niet verdragen dat zoveel mensen niets te drinken hebben..., als we een dankbare glimlach van een zieke mogen ontvangen..., dan hebben we even ons ego vergeten..., dan zijn we voor een kort ogenblik samen gevallen met de schepping..., we zijn een klein stukje meegelift met het eeuwige leven. Wie zijn ego kan verliezen die bevindt zich in het hart van God.

 

DE JAGER

Lieve kinderen. ‘Weet je wat ik word als ik groot ben?’ Sylvia aaide de cavia die ze in haar armen hield en keek Arjan met grote ogen aan. Arjan haalde zijn schouders op. Gister wilde Sylvia nog kapster worden en eergister prinses en afgelopen donderdag juffrouw. ‘Ik wordt dierenverzorgster.’ Ze keek Arjan aan met een blik van, wat zeg je daarvan? Maar Arjan was niet onder de indruk. Hij wilde ertegen ingaan. Die meisjes ook met wat ze wilden worden! Daarom zei Arjan een beetje bozig: ‘En weet je wat ik word? Ik wordt jager. Met een groot geweer. En dan ga ik dieren schieten. Grote herten en veel konijnen.’ Zijn opmerking had succes. Sylvia trok haar mondhoeken omlaag en liet haar tanden zien. ‘Afschuwelijk. Wat zielig!’ Arjan ging stoer verder. ‘En dan wordt ik ook soldaat. Die hebben nog grotere geweren. Die hebben kanonnen. Dan ga ik vechten tegen boeven. Die schiet ik allemaal overhoop.’ Arjan lachte. ‘Met één kogel!’ Van zoveel geweld begon Sylvia te snikken. Al die dode dieren..., hoe kon hij het zeggen? Ze stampte op de grond. Van boosheid liet ze de cavia uit haar armen vallen. Arjan schrok. Voorzichtig raapje hij het beestje op en zei zachtjes: ‘Heb je pijn? Wees maar niet bang.’ En heel voorzichtig werd het beestje bij Sylvia in de arm gelegd, door de stoere jager.

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag74
gister83
deze maand2651
totaal822411