De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2010 - 32ste zondag door het jaar Willibrord © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

 

GODSDIENSTTWISTEN


 

FRIEZEN

Weet u wie dat beeld voorstelt? Dat beeld van die bisschop met tabberd, staf en mijter; dikwijls draagt hij een maquette van een kerk. Weet u over wie ik het heb? De kerk lijkt op de Utrechtse dom. Aan zijn voeten staat een vaatje rode wijn waar hij zijn staf in steekt. Dan weet je het wel. Dit is niet Sint Nicolaas of Sint Maarten; dit is Willibrord. Wijnvaten komen in veel legenden over hem voor!
Het zuiden van wat nu Nederland is, werd in de achtste eeuw geregeerd door Frankische vorsten. Ze waren min of meer Christen. Het Noordelijkste bolwerk was Utrecht. Daarboven begon het land van de Friezen. Zij waren niet zo makkelijk te bekeren. Missionering was niet zonder gevaar. Maar de Engelsman Willibrord, opgegroeid in een Iers klooster, hield van avontuur. De Ieren waren er diep van overtuigd dat hun aardse leven een pelgrimstocht was en dat God op alle zeeën en in de bergen gezocht en gevonden kon worden. Ze trokken erop uit, zochten het avontuur en nieuwe verten. Zo kwam Willlibrord in onze streek terecht. Hij stichtte talloze kloosters en bouwde met zijn gezellen kerkjes en kapellen; hij sloeg gewijde bronnen, of beter: kerstende Keltische bronnen. Hij legde contacten met koningen en landheren; reisde naar Rome om bisschop te worden en zo zelf priesters te kunnen wijden. Geregeld ging hij naar Echternacht om uit te rusten. Hij werd tot bisschop van de Friezen benoemd.
In 715 stierf de Frankische koning Pepijn. Uit zijn overlijden putten de Friezen nieuwe moed en Radboud vernietigde een groot deel van wat Willibrord had opgebouwd.

 

FRONTLIJN

Willibrord leefde op het strijdtoneel van Friezen en Franken. De frontlijn liep door ons land. Het was niet de laatste strijd waarin geloven tegenover elkaar stonden! Ook niet in ons land! Ik realiseer me dit vandaag, omdat onmiskenbaar opnieuw gelovigen tegenover elkaar komen te staan en godsdiensten een splijtzwam lijken ze zijn. Er lijkt opnieuw een confrontatie te ontstaan tussen christendom en islam.
Het verhaal van Willibrord maakt duidelijk dat de strijd wel op een godsdiensttwist lijkt, maar dat het dat niet is! De Friezen waren geen tegenstanders van het christendom maar van Frankische overheersing. De Franken waren niet bekommerd om het ziekenheil van de Friezen, maar ze zochten macht. Bonifatius werd niet vermoord omdat hij Christen was, maar omdat hij als handlanger van de Frankische macht werd gezien. En gaat het in Israël ten diepste niet ook om water en irrigatiekanalen? Gaat het in Iran niet om de olie? Ging het in Ierland niet om de macht?

 

FLUISTERSTEM

Overal waar oorlog en burgeroorlog heersen, zie je een kloof tussen armen en rijken. Er is een grote tweespalt ontstaan, vijandsbeelden worden over en weer karikaturen en tenslotte wordt de godsdienst als een vlag op de modderschuit geplaatst, maar niemand vecht om het geloof, men vecht om de rijkdom en de macht. De godsdienst zelf is immers de fluisterstem die vrede vraagt. Godsdienst is in de harten van de dwaze moeders die hun zonen verliezen. Godsdienst is in de laatste pogingen om te bemiddelen en de escalatie van het geweld te stoppen. Godsdienst is er in de gebeden van de mensen die naar vrede verlangen.
Laten wij, als Gods kinderen, het hoofd koel houden en ons niet laten aanpraten dat de wereld bestaat uit goede katholieken en slechte protestanten, uit edelmoedige christenen en wrede islamieten. Zo is het niet! Liever moeten we ons afvragen of de Friezen vrij mogen zijn naast de Franken; of de Mohammedaanse landen onafhankelijk mogen zijn naast de westerse en of de godsdienst van christenen, moslems en joden niet alle drie zeggen dat we als Gods kinderen geroepen zijn om in vrede te leven.

 

ANDER VAATJE

Willibrord bezocht geregeld de kloosters die hij had gesticht. Hij pleegde overleg met zijn monniken en inspecteerde de gebouwen. Zo kwam hij ergens in de voorraadskelder terecht en zag dat daar slechts één vat wijn stond met daarin nog maar een bodempje wijn. Snel stak hij zijn staf in het spongat en sprak een gebed uit. Toen vervolgde hij zijn rondgang. Die nacht begon het vat langzaam vol te lopen. Toen het overliep merkte de wijnmeester het wonder op. Hij snelde naar Willibrord maar deze verbood hem erover te spreken. De beeldende kunstnaars vonden dit verhaal minstens zo belangrijk als die over de strijd met Radboud. Willibrord is de heilige met het wijnvat en niet met het zwaard.


Lieve kinderen. Willie schopte een steen met zo’n knal weg, dat hij wel tien meter over de straat rolde en toen met een knal tegen een voordeur botste. Willie schrok ervan. Zijn boosheid zakte. Snel liep hij verder. In zijn hoofd hoorde Willie steeds de stem van zijn vader. ‘Jongen, wij gaan samen nog eens op avontuur.’ Dat had hij vaak gezegd. Als hij ‘s avonds laat thuiskwam van zijn werk en even naast Willie op bed kam zitten. ‘Jongen, wij gaan later samen op avontuur.’ ‘Ja pappa? Waarheen dan?’ ‘Er is een land, daar zijn alleen maar groene bossen met hoge bomen, tot in de wolken. Op de grond groeien grote rode paddestoelen en het licht is er zo geel en rood en oranje dat het er altijd kermis lijkt. Er klinken zilveren klokken en de dieren zijn allemaal heel lief. Ze komen naar je toe en zoeken vriendschap. Er zijn apen en tijgers en ze willen allemaal spelen...’ ‘Waar is dat land dan? Bestaat het echt?’ ‘Wacht maar’, zei vader dan. ‘We gaan erheen, later’. Twee jaar geleden was pappa gestorven. Er kwam tranen in zijn ogen. Pappa was weg en ze waren nooit samen op avontuur gegaan. Bijna had hij weer een steen tegen een deur geknald. Nu moest hij er zelf maar eens op uit trekken. Later. Misschien zou pappa daar vinden!

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag200
gister112
deze maand4734
totaal819186