De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2011 - 2de zondag in de 40-dagentijd © Ad Blijleven, Heerlen

 

OP WEG NAAR HET ONBEKENDE


De weg naar het onbekende... Wanneer Abraham in zijn hart die vreemde stem hoort, die stem van ‘Neem je tent op, ga op reis’, heeft hij het heel moeilijk. Zich losmaken van je stam en je land, je losscheuren van je familie, dat betekent in het oude Oosten zo ongeveer alles opgeven: je veiligheid, je identiteit. Maar God weet volgens het bijbelverhaal Abraham to overtuigen door een belofte: een groot volk worden, gezegend zijn en een zegen worden voor veel anderen. God waagt het met Abraham om met de mensenfamilie een nieuw begin to maken; en Abraham waagt het met God, die onbekende God die hem leidt naar een onbekende toekomst.

Zo gaat ook Jezus van Nazaret op weg. En ook Hij laat veiligheid achter zich. Hij beseft dat er in Jeruzalem voor Hem een dreiging is ontstaan. In het Matteusevangelie kondigt Jezus op dat ogenblik voor het eerst zijn lijden aan. Petrus protesteert daartegen. Maar Jezus weet dat Hij zijn weg ten dode toe moet gaan. En dat is een donkere weg, een weg van eenzaamheid, van pijn en menselijkerwijs ook van mislukking. En Hij legt dat aan zijn leerlingen uit. ‘Mij volgen’, zo zegt Hij, ‘betekent uiteindelijk afzien van hoe je het zelf allemaal graag had willen hebben. Mij achterna gaan is trouw zijn in wat van je wordt gevraagd, ook als dat moeilijk en onaangenaam is. Mij volgen is die hole last van dat kruis op je nemen, op je schouders, en dan gaan.’ Op weg naar bet onbekende.

Zes dagen na dit gesprek gebeurt er volgens de evangelist Matteus iets dat er direct mee to maken heeft. Jezus gaat met zijn beste vrienden de berg op. Hij wordt voor hun ogen veranderd van gedaante. Zijn gezicht gaat stralen als de zon en zijn kleed is glanzend.
Wat is er aan de hand? Dit verschijnen van Jezus’ verheerlijkte gestalte mogen wij niet los zien van de lijdende, de kruisdrager. Heeft Jezus zes dagen geworsteld met die donkere weg naar het duister? Heeft Hij op die berg een ervaring gehad van vrede, een ervaring van gemeenschap, juist in die diepe eenzaamheid? Mocht Hij zich laten bemoedigen door de ontmoeting met Mozes en Elia, de vertegenwoordigers bij uitstek van heel het Eerste Testament, die beiden op hun weg naar God ook door donkere dalen moesten? Het blijft gissen. En de evangelist Matteus is geen geschiedschrijver in onze zin van dat woord.
Ik vermoed dat het zoiets is geweest: beseffen dat je alles kwijtraakt, en dan ontdekken dat je toch niet alleen bent, dat God dichtbij je is, zelfs meer dan ooit. Want volgens het visioenverhaal van Matteus klonk er een stem uit een lichtende wolk: 'Dit is mijn liefste zoon, een man naar zijn hart. Luister naar hem'. 'Midden in de dood zijn wij in het leven', zo zingen wij in een eeuwenoud lied. Op de donkerste etappe van zijn levensweg gaat voor Jezus licht op, zien wij Hem zoals Hij ten diepste is: bestraald door Gods licht, en zelf licht. Zoals mensen die veel hebben meegemaakt, getekend door het leven, een intens begrip kunnen hebben voor wat anderen moeten doormaken, en zoals zulke mensen uitstralingskracht kunnen hebben. Ik heb zulke mensen gezien: hun beproefd gezicht straalde, was als het ware transparant. ‘Komt allen naar mij toe die uitgeput bent en onder lasten gebukt, en ik zal u rust geven’, moet Jezus eens hebben gezegd. In zijn gezicht en hart is ruimte voor de pijn van mensen. Bij Hem horen wij in de stilte: ‘Wees niet bang, ik houd van je, ik draag je’.

Op weg naar het onbekende. Soms durf je niet meer, omdat de moed en de kracht je ontbreken. Maar Abraham ging op reis, de onbekendheid en de risico's tegemoet. En Jezus van Nazaret ging: richting kruis.
Ook wij kunnen op weg gaan en zijn. Maar niet alleen. 'Velen die de moed begaf, blijven staan of dwalen af. Hunk'rend naar hun oude land. Reisgenoten, grijpt hun hand', zingen wij in een lied. Als wij proberen ons leven te delen met Jezus Messias, zal er ook weer zo'n lichtende ervaring: op de berg zijn. Dan mogen wij ons geborgen weten, ook in duister en angst. Dan kunnen wij verder.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag91
gister83
deze maand2668
totaal822428