De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2011 - 4de zondag in de 40-dagentijd © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

MET OPEN OGEN

 

WERELDS LINTJE

Af en toe sta je als parochiebestuur voor de vraag of je voor deze of gene een eervolle onderscheiding moet aanvragen. In het verleden is dat vaker gebeurd. Ik kan u verzekeren dat de onderscheiden personen het allemaal meer dan verdiend hadden, en geen van hen had er zelf om gevraagd! Prima dus! Het gevoelige punt is dan ook niet dat er iemand onderscheiden wordt, maar dat je enkele anderen níet onderscheidt! De vraag dringt zich steeds op: welke maatstaven leg je aan? Zijn er mensen die niet zo opvallen maar nog meer recht op een bemoediging hebben? Met Koninginnedag doen zich soortgelijke problemen voor. Degene die een lintje krijgt, komt het meestal dubbel en dik toe, maar er blijven er zoveel over die zich niet minder hebben ingezet en aan wie niemand denkt.

 

KERKELIJKE ONDERSCHEIDING

Nog moeilijker is de vraag of je voor een kerkelijke onderscheiding andere maatstaven moet aanleggen dan voor een lintje. Heeft de paus, bij wijze van spreken, andere mensen op het oog dan de koningin?
Wat zegt het evangelie daarover? Welke mensen zijn bijzonder in de ogen van God? Het lijkt aanmatigend: kijken met de ogen van God, maar het evangelie daagt ons ertoe uit. Jezus wil onze blindheid genezen; hij probeert ons de ogen te openen, opdat we de wereld en onszelf zouden zien vanuit een hemels perspectief.

 

GODDELIJK COMPLIMENT

Laten we eens proberen! Wie zou u voordragen om in het zonnetje gezet te worden? Gaat u eens nauwkeurig de mensen na bij u in de buurt. Laat de hele familie eens langs uw ogen voorbij wandelen. De hele klas of werkvloer. Wie is daar de grootste? Wie is de grootste in het Brook of in het ziekenhuis? Wie verdient een eervolle vermelding in de wereldwinkel of bij de zonnebloem?

 

KONINGSKANDIDAAT

De toekomst van Israël was dreigend. Er bestond tussen de verschillende stammen weinig samenhang. Machtige vijanden aasden op het land. Er was een koning nodig, iemand met gezag, iemand die de stammen kon verenigen en een leger aanvoeren. De profeet Samuel ging op zoek. Isaï was een van  de machtigste boeren. Hij had bovendien een stuk of zeven zonen. Samuel liet ze allemaal voor zich verschijnen. Eliab stelde zich voor. ‘Raak!’, dachtt Samuel direct. Eliab was groot en sterk. Hij had de X-factor. Zijn aanblik dwong respect af. ‘Die moet het zijn’, had de profeet al geconcludeerd, maar een stem in zijn hart fluisterde ‘nee!’ ‘Hem wil ik niet’, hoorde hij God zeggen. ‘Je moet niet op het uiterlijk afgaan. Ik zoek geen imponerende gestalte.’ Stuk voor stuk verschenen de zes broers van Eliab, maar Samuel voelde dat zij niet scoorden bij God. Hij realiseerde zich hoe anders God naar de wereld kijkt. Hoe glamour en macht Hem weinig zeggen. ‘Zijn dat al uw zonen?’ ‘Ja, eigenlijk wel’, zei Isaï. (Vroeger zeiden we ‘Jesse’. Het staat nog in sommige kerstliederen.) ‘Eigenlijk wel. Nou ja, behalve Dave, de jongste, een puber nog, die past op de schapen.’ De jongen verscheen. Een kind met rooie haren. ‘Die moet je zalven!’
Het gaat er natuurlijk niet om dat je de kleinste en lelijkste klungel tot koning kiest. Het gaat er niet om dat je een domme onbekwame meid tot koningin uitroept. Nee, het verhaal wil zeggen dat de waarde van een mens vaak diep verscholen ligt. Dat je vaak je best moet doen om het goud te zien blinken in iemands hart. Het gaat erom dat je in staat bent om in elk mensenkind een gelijkenis met God te zien. Je moet niet voetstoots de maatstaven overnemen van onze maatschappij.

 

GROOTVADERS GROOTHEID

Bij het regelen van een begrafenis beschreef een dochter haar grootvader. Ze zocht naar wapenfeiten in zijn leven. Maar hij was al jong afgekeurd. Hij was geen lid van een vereniging geweest. Hij had geen onderscheiding en eigenlijk ook geen hobby’s. ‘Had hij vrienden?’ Ze dacht na. ‘Nee, geen speciale.... Maar wat hij wel had’, ineens wist ze het, ‘hij kon in iedere mens iets goeds zien. Als wij aan tafel al eens kritiek hadden op een familielid of iemand anders, dan zei opa altijd: ‘Oordeel niet te gauw, wat weet je nu van die of die!’ Inderdaad, in deze tijd van snelle oordelen, van straatinterviews en duidelijke meningen, een goddelijke eigenschap.

 

IK ZIE,IK ZIE

Lieve kinderen. ‘Mamma, zeg eens dat Remco met me speelt!’ Remco had helemaal geen zin om met zijn zusje te spelen. ‘Toe Remco, wees eens aardig voor Lieve!’ ‘Ik wil die stomme spelletjes niet doen!’ Remco stampte op de grond. ‘Ik-zie-ik-zie-wat-jij-niet-ziet..., dat is iets voor onderweg naar Frankrijk’, herinnerde Remco zich een lange saaie autorit. ‘Zullen we het een beetje moeilijker maken?’, vroeg mamma. ‘Ík zoek iets uit, maar nou zoek ik iets uit wat Lieve zou kiezen....!’ ‘Uh, hè..!?’ Lieve begreep het niet, maar Remco was geïnteresseerd. ‘Eens denken, wat zou Lieve kiezen?’ ‘Welke kleur heeft het?’ ‘Rood’, riep mamma. ‘De lolly op het bijzettafeltje!’, riep Remco. ‘Goed zo!’ ‘Dat nam ik heus niet’, protesteerde Lieve. ‘Nou jij’, zei mamma gauw. ‘Jij moet iets uitzoeken dat Remco zou kiezen!’ ‘Welke kleur heeft het?’ ‘Wacht even...!’ De blik van Lieve dwaalde wel tien keer door de kamer. Wat zou Remco kiezen. Ze wilde het moeilijk maken. ‘Rood!’ riep ze en keek een andere kant op. Maar Remco had wel gezien dat ze naar zijn Nintendo had zitten kijken. ‘Het petje van Mario!’ riep hij. Lieve pruilde. Dit spel is veel te gemakkelijk!’ Nu zoek ik iets dat mamma zou kiezen’, riep Remco. ‘Welke kleur heeft het?’ ‘Groen!’ ‘Mijn rugzak!’, riep Remco opgetogen. ‘Makkie, mamma ziet altijd het eerst de rommel die ik laat slingeren!’


  MENU


   
BEZOEK
vandaag157
gister103
deze maand2929
totaal822689