De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2011 - 15de zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

GOUD IN HANDEN

 

TER BEMOEDIGING

De leerlingen voelen zich terneergeslagen. De werkelijkheid is weerbarstiger dan hun idealisme en ze zien het niet meer zitten. Daarom vertelt Jezus een verhaal. Hij wil hen een riem onder het hart steken. Er kwamen wel genoeg nieuwsgierigen op hen af, op zoek naar brood en genezing, maar slechts weinigen nemen de verkondiging van Gods koninkrijk serieus. Ook nu waren de mensen zo massaal samengedromd dat Jezus in een boot was gevlucht. Een boot als preekstoel; Gods woord boven de wateren... En vanaf het water vertelt Jezus over het land!
Hij zegt: neem een voorbeeld aan de boer. Als die zijn zaad uitstrooit, dan beseft hij dat een groot deel op de rotsen valt en door de vogels wordt weggepikt. Hij weet ook dat er heel wat zaad verschroeit in de hitte en verstikt wordt door het onkruid. En op het zaad dat in goede aarde valt, moet hij nog maanden wachten. Maar daar laat hij zich niet door ontmoedigen. Hij zaait een paar handen extra; want hoeveel er ook verloren gaat, het goede zaad draagt wel honderdvoudig vrucht. Zo gaat dat in de natuur. Zo gaat dat met Gods woord.

 

SMOESJES

Het verhaal dat Jezus vertelt gaat verder dan een bemoedigend ‘Kop op!’ Dat blijkt uit de gespreksronde na afloop. De leerlingen zijn bekommerd om de vraag waaròm het woord van God zo vaak vruchteloos blijft. Waarom wordt het evangelie niet door iedereen omhelsd? Na het verhaal wordt gezocht naar de oorzaken van al het ongeloof!
Het is interessant om deze discussie met de leerlingen mee te voeren. Wij kennen immers hetzelfde probleem. Ook wij ervaren dat het evangelie op afwijzing stuit. Hoe komt dat? De antwoorden die Mattheus formuleert, klinken verrassend modern. Waarom verstikt Gods woord en waarom droogt het uit? Er is weinig diepgang. Jongeren doen mee met de waan van de dag. Ze leven bij het ogenblik; het eeuwige heeft hun belangstelling niet. Het geestelijk leven van heel wat mensen komt niet verder dan een waarzegger op de televisie en de vreugdeloze constatering ‘dat er meer is tussen hemel en aarde.’ De overvloed waarmee we omringd zijn, schept een leegte die we proberen te vullen met een tweede huis, een derde vakantie, of nog maar een zwembad in de tuin. Rusteloos op zoek naar iets nieuws, stuit de mens telkens opnieuw op de teleurstellende vraag: ‘is dit alles?’ Zo blijft het woord van de Eeuwige onvruchtbaar. Bovendien zijn mensen gevoelig voor wat de trend is. Wat anderen denken zet de toon. Mattheus weet er alles van. Hier en daar is het christendom impopulair; gelovigen worden vervolgd en dan is het moeilijk om voor je overtuiging uit te komen! Vroeger ging de hele straat naar de kerk. Je moest moed hebben om thuis te blijven. Nu heb je moed nodig om te gaan!

 

VERTROUW HET ZAAD

Aan de discussie die de leerlingen voeren over het uitblijven van succes, kunnen we meedoen! Zij lijkt aan actualiteit niets verloren te hebben. Veel mensen leven oppervlakkig, ze zoeken slechts hun natje en droogje en sluiten zich gedachteloos aan bij de meerderheid.
Het woord van God is niet populair en de leerlingen vinden er veel verklaringen voor. De mensen zijn lui, verwend en oppervlakkig. Je kunt je afvragen of die renenring niet te gemakkelijk is! Zijn het ook geen smoesje om jezelf vrij te pleiten? Dat de kerken leegstromen, ligt dat alleen maar aan de mensen? Laat de kerk ook geen grote steken vallen? Ik heb het stellige gevoel dat Jezus met zijn parabel vooral dít naar voren wilde brengen: je moet je niet zoveel zorg maken over de rotsbodem, de distels en brandnetels. Die horen gewoon bij het ambacht van de boer; dat is de werkelijkheid waarin we leven. Maar je moet overtuigd zijn van de kwaliteit van het zaad dat je uitstrooit. Je hebt goud in handen. Je hebt Gods woord in handen. Je draagt het woord uit van het begin, een woord van liefde en barmhartigheid, het woord dat boven de wateren zweefde eer de schepping begon..., en dat zal zijn werk doen. Daar hoef je niet zo’n zorg over te hebben.
 

 

GEEN PUBLIEK

Lieve kinderen. De vakantie was begonnen. Madelon en Iris maakten plannetjes. Ze zouden een toneelvoorstelling opvoeren in de tuin. Ze zouden een paar oude dekens van de zolder halen en aan de waslijn ophangen. Dat was het gordijn. Daarvoor zouden ze alle stoelen uit het huis neerzetten. Het werd een openluchtvoorstelling. En het was gratis. In de pauze zouden ze cola uitdelen. En ze gingen Goede Tijden Slechte Tijden spelen. Madelon wilde Nina zijn en dus werd Iris Wiet en hoefden ze alleen nog maar een Noud te zoeken. Er werd geoefend en gebouwd, er werden affiches gemaakt en uitnodigingen verstuurd en toen werd het zaterdagmiddag. Om twee uur zaten er twee kinderen in de tuin. Twee toeschouwers maar! Iris en Madelon konden wel huilen. ‘Er was ook regen voorspeld!’ toostte Iris zich. ‘De balletkinderen hebben een uitstapje vandaag’, bedacht Madelon. ‘Er is voetballen op de tv’ zei Tim die Noud was. Het werd Madelon teveel en ze rende huilend naar binnen. ‘Ik speel nooit meer toneel!’, zei ze terwijl ze de koelkast openmaakte voor de cola. ‘Nooit meer!’ Mamma pakte de fles uit haar handen, opende hem en schonk een glas in. ‘Misschien moet je juist vaker spelen! Begin eens voor die twee kinderen die gekomen zijn. Speel zo mooi als je kunt! Wie weet zitten er volgende week vier!’ Madelon nam de laatste slok. Rende naar het podium en riep tot haar publiek. ‘Geachte aanwezigen. Helaas spelen we vanmiddag alleen maar: Slechte Tijden! Applaus!

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag296
gister236
deze maand5066
totaal819518