De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2011 - allerheiligen © Harrie Brouwers, Voerendaal




MENSEN MET HOOP



GRENZEN
Ik woonde eens een uitvaartplechtigheid bij. Het was geen kerkdienst. De viering vond plaats in een grote zaal. De ouders noemden zich niet gelovig. Hun zoon was op 22 jarige leeftijd gestorven na een kort ziekbed. De zaal was vol en iedereen voelde zich verslagen. Er werden dezelfde gevoelens gelucht als ik die ken van een kerkdienst. Een stuk of vijf sprekers hadden verteld  wat Maurice voor hen betekend had. Ze eerden hem met mooie teksten en gedichten en gedragen muziek. Ze waren boos omdat hij zo jong was gestorven. Ze waren dankbaar en trots dat ze hem hadden gekend. Het enige verschil was dat ze niet aangaven op wíe ze boos waren en wíe ze dankbaar waren. God werd niet genoemd maar was duidelijk aanwezig. Maurice was humoristisch geweest, een sportieve en goeie kameraad. En toen ineens stond er een kwetsbaar meisje voor de microfoon. Haar ogen waren betraand. Ze keek strak naar de kist. Ze schraapte de keel en zei ineens: ‘Maurice, je kon ook zo verdomde eigenwijs zijn!’ Er ging een zucht van herkenning door de zaal. Na alle complimenten en eerbetoon was dat ene zinnetje ‘je kon zo verdomde eigenwijs zijn!’ hét moment waarop Maurice even aanwezig was. Door het noemen van zijn tekort werden met terugwerkende kracht alle loftuitingen wáár. Hij was zo verdomd eigenwijs en ook zo goed, zo humoristisch en sportief. Hij was zo menselijk.
Over de doden vertel je vooral veel goeds. Een dode is immers geen bedreiging meer. Je ziet hem of haar ineens met alle edele en vertederende eigenschappen terwijl je de zwakke kanten ervaart als de noodzakelijke grenzen van een persoon. Elke mens heeft grenzen, ook de goedheid, de mildheid, de draagkracht. Zonder contouren bestaat er niets. Over de doden vertel je goeds en als je ook de grenzen aangeeft dan wordt al dat goede des te waarachtiger.

HEILIGEN?
Ik heb al heel wat mensen in Voerendaal begraven. Ik heb al heel veel goeds verteld en grenzen geschetst. Ik vraag me af: zou ik dan al eens een heilige hebben begraven...? Eerlijk gezegd, dat moet wel haast!
De traditie verstaat onder een heilige een overledene die in de nabijheid van God is. Vanaf die plaats kan hij ons tot voorspreker zijn. De nabijheid van God wordt geconcludeerd uit een zorgvuldige studie van zijn of haar leven en door wonderlijke gebeurtenissen die zich op diens voorspraak hebben voorgedaan. Zelf heb ik wat moeite met dat laatste. Ik vraag me af, of God de influistering van heiligen wel nodig heeft. Ik heb ooit gebeden om genezing van een ziek broertje. En waarom zou God die niet geschonken hebben, terwijl iemand anders’ broertje wel zou zijn genezen door tussenkomst van een heilige! Het zal wel, maar het spreekt me niet aan. En dan de tijd! Gaat de tijd daar in de hemel volgens onze klok en kalender? Ik heb niet zoveel met die voorstelling van zaken. Gods barmhartigheid kan het goed zonder ons, meen ik. Maar wel kunnen de heiligen ons helpen om tot bij God te komen! Een heilige is immers iemand in Gods nabijheid. Er zijn mensen door wiens huid iets schijnt van het licht van God. Mensen die een onbaatzuchtige glimlach in de ogen hebben. Mensen wier nabijheid je als een genade ervaart. Het zijn geen populaire binken. Het zijn geen gevierde sportlieden en geen begenadigde zangeressen. Het zijn mensen die jou in alle eenvoud tegemoet treden en jou tot een bijzonder iemand maken. Ja, ik geloof dat ik een paar heiligen begraven heb.

BANNELINGEN
In de zesde eeuw voor Christus leefden de voormalige leiders en rijken uit Jeruzalem als berooide bannelingen in het verre Babylon. Ze waren hun stad kwijt, hun huis. Ze leefden ver weg van vrienden en familieleden. Ze hadden er geen idee van wanneer en óf ze ooit weer thuis zouden komen. Ze werden door heimwee verteerd. Dan is er Jesaja! De dichter beurt hen op met zijn liederen. Hij zingt over een tijd die zal komen waarin God zijn geslagen mensen zal oprichten.
Jezus llat zich eeuwen later door deze Jesaja inspireren en hij houdt een beroemde speech die aldus begint: ‘Zalig de treurenden, zalig de hongerenden, zalig die onrecht verduren, zalig die eenvoudig zijn en de barmhartigen, want de tijd komt dat ze niet langer vernederd worden, dat ze in ere worden hersteld en hun naam met waardigheid dragen.
Heiligen dat zijn de mensen die het zwaar hebben, en toch leven met de eenvoudige hoop dat het loont om mild te zijn en goed. God heeft hen uitgekozen om gelukkig te worden.

BEELDEN
Lieve kinderen. Als Maaike bij oma kwam dan liep ze het eerst naar de glazen kast. Met de neus tegen het glas gedrukt, keek ze naar de prachtige beeldjes die daar stonden. ‘Blijf met je vettige vingers van het glas af, liefje’, riep oma steevast. Maaike keek naar de engel die een jongetje hielp bij het oversteken van een beek. Een bruidje maakte met een zachte glimlach een dansbeweging en een hondje stond te plassen tegen een boom. De beeldjes waren bijna echt. Ineens zei Maaike: ‘Waarom staan zo’n beelden niet in de kerk?’ Maaike vond de beelden in de kerk maar saai. ‘Dat zijn heiligen’, zei mamma. ‘Zijn heiligen saai?’ ‘Nee dat niet, maar ja, zo maakten ze beelden vroeger. Vraag het maar eens aan de pastoor!’ En zo kwam Maaike bij mij. Ik heb met Maaike afgesproken dat ze later nieuwe beelden voor in de kerk maakt. Sint Jozef zal ze maken terwijl hij in de stal het ezeltje staat de borstelen. De heilige Franciscus zal een dansje uitvoeren met de beer en Maria hangt de was op; de broekjes en de truitjes van de kleine Jezus. Antonius kruipt op de kast om een horloge te zoeken. Heiligen zijn niet saai maar wel gewoon!






  MENU


   
BEZOEK
vandaag165
gister95
deze maand3893
totaal823653