De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2011 - 32ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers. Voerendaal




"BENT U ER KLAAR VOOR...?!"


ONONTBINDBAARHEID
Er zal wel niemand in de kerk zijn die zo vaak getrouwd heeft als ik! Een doorsnee katholiek kan immers maar één keer trouwen. Slechts in heel uitzonderlijke gevallen kent de kerk zoiets als een scheiding. In een brief aan de Korintiërs legt Paulus uit dat iemand na zijn bekering het beste gewoon getrouwd kan blijven; maar als dit de lieve vrede bedreigt, dan moet het huwelijk maar ontbonden worden. Daarom kent de kerk de regel dat het huwelijk van twee ongedoopten na de bekering van een van beiden, ontbonden kan worden als die doop huwelijksproblemen veroorzaakt. Later is deze regel uitgebreid ten behoeve van protestanten van wie er één katholiek werd. Maar buiten die gevallen is er geen scheiding mogelijk. De kerkelijke wet is dus streng, zeker vergeleken met de heersende mentaliteit. Die strengheid pakt nogal eens onbarmhartig uit voor mensen die hun relatie niet meer konden redden of in de steek gelaten werden. En dat gebeurt nogal eens. Mensen worden veel ouder dan vroeger en vrouwen zijn doorgaans economisch onafhankelijk. Aan de andere kant is juist dat definitieve van een kerkelijke verbintenis datgene dat jonge mensen zoeken. Ze willen hun samenzijn bestendigen voor de eeuwigheid. De onontbindbaarheid is voor hen de meerwaarde van het kerkelijk huwelijk.

AANEEN GESMEDE ZIELEN
Achter deze strengheid schuilt een hele oude en ook hele mooie zienswijze, namelijk dat bij een huwelijk twee zielen aaneen worden gesmeed. Wat dat betekent kun je soms prachtig zien aan de manier waarop mensen die 50 jaar getrouwd zijn met elkaar omgaan! Het idee van aaneen gesmede zielen was sterk aanwezig bij de joodse bruiloft. Bruid en bruidegom hielden een vasten van zeven dagen. Ze zagen elkaar de week voor de bruiloft niet. Hun huwelijk was niet alleen een werkelijkheid in onze tijd en ruimte, want er gebeurde ook iets in de nabijheid van God, in alle eeuwigheid.

JOODSE BRUILOFT
De bruid zit op een troon als de bruidegom met zijn vrienden arriveert. De ceremonie begint. De huwelijksdag is de belangrijkste dag van hun leven. Ze zijn koning en koningin. Er is veel vrolijkheid en daarom zijn er altijd danseressen en zangers in huis.
Wie gevraagd wordt om bruidsmeisje te zijn valt een eervolle uitverkiezing ten deel. Wie de getuige mag zijn van de bruid of de bruidegom voelt zich vereerd. Het zegt iets over hoe belangrijk je bent in de ogen van het bruidspaar. Je mag bijdragen aan het mooiste ogenblik van hun bestaan waarin zij tot in hun ziel geraakt worden.
En hier begint Jezus zijn verhaal. Ook bruidsmeisjes zijn er in soorten: je hebt verstandige en je hebt kortzichtige. Jezus vertelt over meisjes die zich goed hebben voorbereid op het feestelijke moment en anderen die dat niet hebben gedaan en daardoor het ‘moment suprême’ missen.

GODSONTMOETING
Zorg dat je altijd gereed bent om het rijk van God binnen te gaan. Want dat moment zelf is een feest, daar hoef je niet bang voor te zijn! De danseressen hebben lampen bij zich en olie, de gasten hebben hun beste kleren aan, de muzikanten hebben hun citers en harpen gestemd... Zo moeten jullie elk moment klaar zijn om God te ontmoeten. Net als op een bruiloft. Bij ons mag de receptie dan om half zes beginnen, en misschien tien minuten later, maar bij een joodse bruiloft wist je dat nooit. Mensen hadden geen horloge. Ze keken naar de zon, het kwam niet op een uur aan, en de bruidegom had vaak een lange weg te gaan, met vrienden, trommels en muziekinstrumenten. Zijn aankomst is onverwacht. Wie niet is voorbereid mist het moment.
Misschien is dat wel de diepste zin van ons leven, dat we het naderen van God leren zien; dat we oog krijgen voor het goddelijk geheim; dat we in het schemerlicht van een ziekenkamer een vonk waarnemen van de oorsprong van de schepping, of in de doffe blik van een bedelaar de dwingende kracht van de liefde. Je krijgt je leven lang de tijd om in het opgaan van de zon en in een dromerig ezeltje in een wei, iets te vermoeden van de oneindigheid of om de Eeuwige te ontwaren in een stervende die zijn weggeteerde arm opheft om degene te troosten die hij achter moet laten. God laat zich kennen in de moeder die bijna in aanbidding , met een gelukzalige glimlach haar kind gadeslaat. Waakzame mensen worden, dat is de kunst!

TROUWPLANNEN
Lieve kinderen. Camilla mocht bruidsmeisje zijn! Tante Carla ging touwen en Camilla was bruidsmeisje. Ze kreeg een nieuwe jurk, een rose. ‘Mijn feeën-jurk’ noemde ze hem. Haar broer Olav mocht meelopen. Hij was een jaar ouder, daarom wilde hij niks doen, geen bloemblaadjes strooien en geen ringen brengen. Buiten kwamen de vragen. Of Camilla later een rose bruid zou zijn? En met wie Olav ging trouwen? ‘Met pappa!’, zei Olav zonder nadenken. En toen iedereen begon te lachen voegde hij er verlegen aan toe: ‘en met mamma.’ Camilla zei pinnig: ‘Dat kan helemaal niet. Je moet met een meisje trouwen.’ Olav trok een vies gezicht en zei: ‘Maar eerst trouw ik met pappa en mamma.’ Camilla schudde haar hoofd. Wat kunnen jongens dom zijn, maar ze begreep ook wel dat Olav graag nog even thuis was. ‘Trouwen is iets voor meisjes!’, stelde Olav vast en die mening heeft hij een jaar of twaalf volgehouden.


 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag84
gister103
deze maand2856
totaal822616