De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2012 - 30ste zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal


 

 

DE BLINDE ZIENER

 

 

NOODKREET

Hoe erg moet het zijn, als je alleen nog maar kunt schreeuwen? Hebt u het zelfs wel eens uitgeschreeuwd?
Onze cultuur verbiedt dat. Ze noemt het kinderachtig, onbeheerst, misschien wel hysterisch. Bartimeus - zo vertelt ons Markus - schreeuwde. Zo erg was het.
Hij is blind; zijn oren zijn daardoor des te beter ontwikkeld. Hij heeft allang begrepen dat Jezus naar Jericho kwam. En hij hoort hoe hij voorbijloopt, misschien wel 40 meter verderop. Bartimeus maak je niets wijs! Maar hij kan niet opstaan en naar hem toe lopen. Hij heeft geen stok, geen hond. Elke ochtend brengt een broertje hem trouw naar een plek waar veel pelgrims komen. Hij spreid een mantel uit en Bartimeus gaat zitten. Hij zoekt wat beschutting in zijn deken en wacht tot iemand hem iets geeft. Dan bedankt hij en belooft een gebedje. Maar daar komt Jezus. Hij wil naar hem toe, maar hij kan niet. Bartimeus is hulpeloos. Hij kan maar één ding: schreeuwen!
Hoe erg moet het zijn als je alleen nog maar kunt schreeuwen? Schreeuwen doe je, in de hoop dat er iemand is die je hoort en dat die erbarmen voelt. Maar het geschreeuw wekt ook andere gevoelens! Er zijn ook mensen die boos worden. ‘Hou je mond. Het is ongepast.’ ‘Men schreeuwt niet naar Jezus.’ ‘Kinderen moeten niet schreeuwen. Kinderen die vragen worden overgeslagen.’ Bartimeus wordt op de vingers getikt, maar hij is het stadium van beleefdheid al lang voorbij. Het is nu of nooit. Alleen zijn stem kan de afstand overwinnen, niet zijn benen; die hebben ogen nodig. ‘Zoon van David’, roept hij uit.

 

WAARHEID GESCHREEUWD

De schrijver van het verhaal heeft plezier aan deze gebeurtenis. Dat hier zomaar op straat, luidkeels, de waarheid onthuld wordt over Jezus! Hij is een zoon van de legendarische koning David, een gezalfde, de Christus, de lang verwachte Messias. Niemand die het had ontdekt. Niermand die het zei. Er is er maar één die het ziet, dat is de blinde. Hij ziet het en schreeuwt het uit. De ironie hiervan ontgaat Marcus niet. Hij vertelt het met graagte. Het sluit aan bij een diep geworteld geloof dat blinden zieners zijn. Zij schouwen dieper dan de oppervlakkigheid en misschien waren ze wel blind omdat ze teveel goddelijk licht hadden aanschouwd. Marcus vertelt ook dat Bartimeus gelijk had. Hij zíet inderdaad meer. Hij herkent Jezus als de gezalfde. Bartimeus springt op, laat zijn mantel liggen en loopt blindelings in Jezus’ richting. Hij ziet, en hij volgt.
Iemand schreeuwt van ellende. Het is zijn laatste wapen, het enige dat hij nog in handen heeft om met zijn nood om te gaan. Dierlijk bijna, een kreet in de hoop dat iemand hem opvangt. Gelukkig voor Bartimeus had Jezus er oren naar. Hij legt hem niet het zwijgen op maar hij hoort de ellende van zijn volk.

 

BLINDE ZIET
Herinnert u zich uw eerste reis naar Italië? De soms bloedmooie bedelaressen bij station Termini met kindjes op de arm. Hoe ze stonden te bedelen, lange rijen met smekende ogen en hoe je daardoor verward werd en bijna je hele beurs lires had weggegeven? Herinner je je eerste bezoek aan Parijs, de clochards onder de bruggen, hoe je hart ervan scheurde? Herinner je de eerste keer dat je een kindje met hongeroedeem op de televisie zag? Herinner je je die tengere vrouw in donkere gewaden die bij het venster van een Amsterdams restaurantje zat om zodra je had afgerekend snel naar binnen te komen om de restjes van je bord te eten en hoe ze door de ober werd weggejaagd? De eerste keren maakten diepe indruk. Maar het geschreeuw werd zo hevig. De schreeuwers talrijker. Zoveel bedelaars, zoveel kinderen met honger, Zoveel ellende. Je werd verdoofd voor hun schreeuwen. Dus ik begrijp ze wel, de inwoners van Jericho. ‘Een beestje respect alstublieft!’ ‘Een beetje meer waardigheid!’
Ik ken iemand die het schreeuwen van moeders in Malawi heeft gehoord. Ik ken iemand die de dorst in Niger heeft geproefd. Ik ken iemand die de eenzaamheid van een weduwnaar heeft verstaan. Ik ken iemand die het verdriet van een kind serieus heeft genomen. Ik ken iemand die Bartimeus de ogen heeft geopend en die Jezus achterna ging.

 

TREINREIS
Als ik het zelf ooit uitschreeuw, misschien wordt ik dan niet alleen gemaand mijn mond te houden, maar komt er iemand naar me toe!
Lieve kinderen. Bernd zat in de trein. De trein was spannend, vond Bernd. In de coupé naast hem zat een man met een donkere bril voor de ogen en een dunne witte stok met rode strepen. ‘Ist-ie blind?’ vroeg Bernd, maar mamma zei geschrokken ‘Pssst!’. De blinde begon te lachen en draaide zijn gezicht naar Bernd. ‘Ja hoor, ik heet Michel en ik ben blind. Hoe heet jij?’ ‘Bernd’, zei Bernd zachtjes. ‘Daar hoef je geen rood hoofd voor te krijgen’, ging de blinde verder. Bernd schrok. ‘Kun je dat zien?’ ‘Ik zie met mijn oren’, zei de man. ‘Welke kleur trui heb ik dan aan?’, vroeg Bernd uitdagend. ‘Wit’ zei de blinde. ‘Lekker niet!’, zei Bernd. ‘Hij is rood.’ Jawel, zei de blinde, maar daaronder is hij wit, dat kun jij nou weer niet zien. Bernd keek mamma vragend aan. ‘Is dat zo?’ Mamma knikte. Zie je wel!’, zei de blinde, ‘ze knikt. Ik zie met mijn oren! Moet je ook eens proberen.’ Bernd deed zijn ogen dicht en keek naar buiten. ‘Kijk de lucht is groen en hangen paarse planeten om de zon! En zie je de olifanten touwtje springen daarachter. Oei, ze zien de spoken niet!’ Berndt maakte de reis van zijn leven.

 

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag273
gister236
deze maand5043
totaal819495