De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

2012 - Allerheiligen © Harrie Brouwers, Voerendaal

 

 

MET GOD VERBONDEN

 

 

 

NAAR GODS BEELD

Een feestje voor alle heiligen...! In de oudheid eerde men de vele bekende en maar ook de naamloze slachtoffers van de vervolgingen. Pas later - Martinus was een van de eerste -, werden ook anderen heilig verklaard, uit wier levenswandel een heldhaftig getuigenis van God sprak.
Ik vraag me af, of ik een heilige zou herkennen als ik er een tegen kwam. Dan bedoel ik niet een rijzige man in een lange pij, met een lelie in de hand of een baby; en ook niet een soort Sinterklaas met een speelgoedkerkje of een ridder met een draak onder de voeten. Nee, ik bedoel een blozende mevrouw in een bloemetjesjurk of een knecht in een overall op een tractor. Waaraan kan ik een mens herkennen die uitstraalt een beeld van God te zijn?

 

OP HET DRESSOIR OF OP HET ALTAAR
Je mag in de katholieke kerk iedereen als heilige vereren. Veel mensen doen dat ook. Iemand die een dierbare verloren heeft, richt vaak een klein altaartje in op het dressoir. Een mooie foto in een zilveren lijst, een bloempje erbij en een kaarsje. En soms bid je er even een paar woorden bij. Maar personen die in het openbaar worden vereerd, moeten erkend zijn door het kerkelijk gezag. De normen zijn streng. Men wil er zeker van zijn dat de betreffende werkelijk verteerd werd door liefde tot God. In het proces functioneren rechtsgeleerden en historici, zelfs een advocaat van de duivel, dus ik begrijp dat het niet zo gemakkelijk is om een heilige te herkennen. Je kunt hem ontmoeten in een wat norse man of een verlegen vrouw, misschien in een warhoofd die in onze tijd al lang was volgestopt met visioenen onderdrukkende pillen. Misschien zou zij met justitie in aanraking zijn geweest of door de pastoor met zachte drang het kerkgebouw zijn uitgezet.

 

LIMBURGERS EN ALLOCHTONEN

Onlangs publiceerde het bisdom een lijst met Limburgse heiligen. Het zijn er 16 -  kritisch geteld. Niet meegerekend zijn degenen van wie betrouwbare gegevens ontbreken. Onder deze heiligen zijn 4 Maastrichtse bisschoppen, een aantal missionarissen, een paar martelaren uit de 80-jarige oorlog en kluizenaars, van wie Gerlach de bekendste is. De laatste drie zijn: Karel Houben uit Munstergeleen, missionaris in Ierland; Arnold Janssen die enkele kloosterorden gesticht heeft en Edith Stein, een Joodse Carmelites, vermoord in de oorlog. Bijna de helft van deze heiligen bestond uit allochtonen, afkomstig uit Armenië, Schotland, Ierland, Duitsland en Polen. Geen reden dus om chauvinistisch te zijn en zeker geen reden om vreemdelingen te wantrouwen!

 

ZIJN IK VERLIEZEN
Onder een heilige verstaat onze traditie iemand die erin geslaagd is, om heel dicht bij zijn goddelijke kern te komen. Men drukt het vaak zo uit: een mens bouwt een ‘ik’ op, hij ontwikkelt het en vormt het. Het kan je gelukkig maken als je naam op een positieve manier in de krant staat, als je kampioen wordt of een lintje krijgt. Een welverdiend salaris brengt geluk en dat mag je laten zien aan de auto die je rijdt. Iets presteren en erkenning vinden schenkt voldoening. We moeten het vooral niet laten. Maar dat ‘ik’ is iets tijdelijks. Ooit gaat het ten onder. ‘Wie het waarachtige leven wil vinden, het eeuwige leven, zijn goddelijke kern, die moet dat “ik” kunnen loslaten’, zegt Jezus. Die moet zijn ziel vinden, zijn verbinding met het goddelijk geheim.

 

ONBAATZUCHTIG
We kennen die momenten wel, waarop je jezelf verliest. Je werpt een vertederde blik op een kindje en voelt de pijn van de prik dat het krijgt in zijn hiel. Je kijkt verrukt naar een zonsondergang en vergeet te fotograferen. Je krijgt spontaan tranen bij het horen van bepaalde muziek. Je laat je verscheuren door de aanblik van een zieke en je gaat er elke dag een uur heen. Je bent boos over de nonchalance waarmee mensen omgaan met dieren en je meld je bij de dierenambulance. In zulke ogenblikken van onbaatzuchtigheid wordt het “ik” losgelaten en vinden we wat genoemd wordt de ziel, onze band met het Mysterie. Ik stel me voor dat een heilige altijd zo leeft, hartstochtelijk, heldhaftig. Hij voelt zich één met de Schepper en deelt Diens onbaatzuchtigheid.
Gerlach hoorde onderweg naar een toernooi dat zijn vrouw was overleden. Het keerde alle waarden in het leven om. Hij pelgrimeerde naar Jeruzalem en werd veehoeder bij het hospitaal van de broeders van Sint-Jan.  Edith Stein was gedreven bezig met een briljante carrière in de filosofie. In haar Joodse traditie vindt ze het niet meer, maar Theresia van Avila raakt haar hart. Dat brengt haar naar de Carmelitessen in Echt en naar Auschwitz. Ze troost de tot wanhoop gedreven slachtoffers en vangt de kinderen op. Ze bidt dat haar lijden de vrede naderbij mag brengen. Heiligen waren heldhaftig in het loslaten van het eigen ik en in het vinden van God in onbaatzuchtigheid.

 

DE BOEF

Lieve kinderen. Hans was een boef, een echte boef die al heel wat nachten uit stelen was gegaan. Maar nu was hij ziek en hij kreeg spijt. Hij liet de pastoor komen. ‘Meneer pastoor, als u mij in de preek een heilige noemt, dan krijgt u 1000 euro voor de kerk!’ De pastoor knikte. De man stierf. Bij de begrafenis zat de kerk nog niet half vol. Het koor zong en de pastoor las het evangelie over het koninkrijk van God dat komen zou als een dief in de nacht. Toen begon hij de preek: ‘Beminde parochianen, Hans was een dief, een botte boer en een profiteur..., maar vergeleken bij zijn zoon en zijn broers was hij een heilige!’ Van de 1000 euro schafte hij een alarminstallatie aan!

 

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag31
gister176
deze maand3935
totaal823695